Erkennen
Om te beginnen is het zeer belangrijk dat een kleuteronderwijzer een ontwikkelingsvoorsprong niet ziet als een luxeprobleem. Er gaan namelijk vaak problemen gepaard met deze voorsprong. Het is een problematiek die je als onderwijzer moet aanpakken, net zoals taalachterstand, motorische beperkingen, emotionele problemen,...
Hieronder vindt u enkele waargebeurde verhalen. |
De kleuter die zich verveelde...
Lou is 4 jaar en zit sinds enkele weken in de tweede kleuterklas. Zijn mama, Caroline, vraagt hem af en toe hoe het gaat op school, waarop hij kortweg ‘saai’ antwoordt. Na een tijdje begint Caroline zich zorgen te maken en beslist ze om hem toch eens om een goede uitleg te vragen. Lou vertelt zijn mama dat hij alle spelletjes in de klas al heeft gespeeld, alle puzzels heeft gemaakt en hij nu alles gewoon saai vindt. Caroline heeft al een tijdje een vermoeden dat Lou een ontwikkelingsvoorsprong heeft, en hoe meer informatie ze hierover leest, hoe meer ze Lou hierin herkent. Ze beslist uiteindelijk om eens te gaan praten met zijn juf. Zij vertelt haar dat Lou zeer sociaal is en goed in de groep ligt, maar hij is vooral dromerig en hij toont geen interesse tijdens groepsgesprekken of wanneer gedichtjes herhaald worden. Hij weigert ook soms om bepaalde oefeningen uit te voeren. Voor Caroline is dit geen grote verrassing aangezien Lou thuis ook dromerig kan zijn en bij moeilijkere opdrachten of spelletjes afhaakt. Ze vraagt de juf of ze Lou misschien wat meer kan uitdagen en motiveren. Helaas blijkt na een tijdje dat er helemaal niets is veranderd in de klas voor Lou en dat de focus vooral blijft liggen op de kleuters met een achterstand.
De verborgen Einstein...
Sofie wordt deze zomer 4 jaar en mag bijna over naar de tweede kleuterklas. Thuis is ze zeer vrolijk en nieuwsgierig. Ze maakt met gemak puzzels van 200 stukken, kan al lezen, is zeer taalvaardig en houdt ervan om gezelschapsspelletjes te spelen met haar oudere broer (8 jaar) en zus (10 jaar). Wanneer er vriendjes uit haar klas komen spelen merken de ouders een groot verschil tussen de leeftijdsgenootjes. Ze zien dat Sofie duidelijk een voorsprong heeft in haar ontwikkeling, net zoals haar oudere broer. In mei worden de ouders uitgenodigd op school voor een oudercontact. Daar krijgen ze plots te horen dat de school haar de tweede kleuterklas nog eens wil laten overdoen. De juf vindt dat Sofie onvoldoende sociaalvaardig is. De ouders gaan niet akkoord met deze beslissing en vragen om meer uitleg. Na een lang gesprek blijkt dat Sofie in de klas veel minder goed presteert dan thuis. Ze maakt enkel gemakkelijke inlegpuzzels, praat niet veel en speelt heel simpele spelletjes. De ouders proberen de juf ervan te overtuigen dat dit helemaal niet de Sofie is die zij kennen, maar de juf blijft daar toch haar twijfels over hebben. Voor het vermoeden van de ouders dat het zou gaan om een ontwikkelingsvoorsprong toont ze wel begrip, maar in haar ogen gaat het echt wel om een achterstand. Uiteindelijk vragen de ouders aan de juf om Sofie toch wat extra uit te dagen met moeilijker materiaal. De juf gaat hiermee akkoord en biedt Sofie vanaf dat moment moeilijkere puzzels aan en oefeningen met letters. Aangezien Sofie het lagere niveau uit de eerste kleuterklas gewend is moet de juf in het begin af en toe wel aandringen om de andere moeilijkere werkjes eens te proberen. Maar al snel blijkt dat Sofie probleemloos alle puzzels maakt, simpele verhalen kan lezen en zelfs de klok kan lezen. De school besluit uiteindelijk om Sofie toch over te laten naar de tweede kleuterklas. Daar mag ze vanaf maart zelfs meedoen met het contractwerk van het derde kleuter. Op het einde van de tweede kleutersklas besluiten de ouders en de school om Sofie een jaar te laten overslaan. Ze mag onmiddellijk naar het eerste leerjaar. Ook daar verloopt alles vlot voor Sofie.
De kleuter met twee kanten...
Vincent is 2 jaar en 6 maanden en zit net in de peuterklas. Hij draagt nog een luier en brabbelt af en toe als een baby. Tijdens activiteiten merkt de juf dat Vincent er helemaal niets van begrijpt. Ze vreest ervoor dat Vincent een enorme achterstand heeft of misschien zelfs een mentale beperking. Elke week organiseert de juf een puzzelmoment voor alle kleuters. Tijdens het eerste puzzelmoment is Vincent zeer passief, maar hij observeert wel duidelijk de andere kleuters. Tijdens het tweede puzzelmoment staat de juf plots vol verbazing te kijken naar Vincent. Hij maakt de ene puzzel na de andere zonder ook maar één fout te maken. Ook tijdens andere wiskundelessen wordt de juf meer en meer verbaasd. Zijn taalvaardigheid daarentegen blijft wel een werkpunt. Wanneer de juf moeilijkere werkjes aanbiedt haakt Vincent dan weer af. De juf weet niet goed hoe ze met deze bizarre situatie moet omgaan en kan ook de ouders van Vincent niet bereiken om het hierover te hebben.