Situatie 1: De ouders vermoeden dat hun kind een ontwikkelingsvoorsprong heeft.
In deze rubriek moet er even stilgestaan worden bij het feit dat veel ouders te boek staan als ‘lastige ouders’ wanneer ze vragen om een andere aanpak voor hun kind. Het beeld dat de ouders hebben van hun kind kan enorm verschillen in vergelijking met dat van de kleuteronderwijzer.
Nieuwetijdskind (z.j.) beschrijft enkele tips om met ouders van deze kleuters om te gaan:
Situatie 2: De kleuteronderwijzer vermoedt dat de kleuter een ontwikkelingsvoorsprong heeft.
In sommige gevallen kan deze situatie ook omgekeerd ontstaan. De kleuteronderwijzer heeft een vermoeden van een ontwikkelingsvoorsprong, maar niet alle ouders (h)erkennen dit. Ook ouders kunnen dit zien als een luxeprobleem. Ze moeten daarom geïnformeerd worden om misverstanden te vermijden.
Volgens Barendrecht (2005) ligt het ‘niet erkennen’ aan de vooroordelen die bij ouders leven. Ze zijn bang dat hun omgeving hen zal zien als hoogmoedig of pusherig ten opzichte van hun kind. Veel ouders willen een ‘gewoon’ kind, en daarom geen andere aanpak op school. Daarom is het belangrijk om de ouders te informeren over de problematiek die hieraan vast hangt. Zo kan de onderwijzers bijvoorbeeld vertellen wat er gebeurt wanneer een kleuter niet uitgedaagd wordt.
De beste oplossing hiervoor is de ouders samen roepen voor een oudercontact. Daarin leg je als onderwijzer uit vanwaar het vermoeden komt, en welke uitingen de kleuter vertoont in de klas. Verschillende anekdotes kunnen er misschien voor zorgen dat de ouders daar toch bepaald gedrag in herkennen. De Ruddere (2017) geeft in haar interview nog een ander voorbeeld om ouders te laten inzien dat het weldegelijk gaat om een ontwikkelingsvoorsprong:
‘’Allebei een observatielijst invullen en achteraf bekijken, kan heel interessant zijn. De ouders hebben dan informatie voor de leerkracht en omgekeerd. Ze kunnen dan iets te weten komen over het kind, of opvallende dingen zien die zowel thuis als op school gebeuren.’’ (De Ruddere, 2017)
Bronnen:
Barendrecht, J. (2005). De school als scherprechter. Geraadpleegd op 13 mei 2017 via https://www.slimpuls.nl/de-school-als-scherprechter
De Ruddere, E. (2017, 12 mei). (Zorgleerkracht kangoeroeklas). (een ontwikkelingsvoorsprong). Persoonlijke communicatie [interview]. Gemeentelijke basisschool, Oostduinkerke.
Nieuwetijdskind (z.j.). Omgaan met ouders van hoogbegaafde leerlingen. Geraadpleegd op 13 mei 2017 via https://www.nieuwetijdskind.com/omgaan-met-ouders-van-hoogbegaafde-leerlingen/
In deze rubriek moet er even stilgestaan worden bij het feit dat veel ouders te boek staan als ‘lastige ouders’ wanneer ze vragen om een andere aanpak voor hun kind. Het beeld dat de ouders hebben van hun kind kan enorm verschillen in vergelijking met dat van de kleuteronderwijzer.
Nieuwetijdskind (z.j.) beschrijft enkele tips om met ouders van deze kleuters om te gaan:
- Neem de ouders serieus.
- Doe een oprechte poging om de ontwikkelingsvoorsprong te detecteren.
- Maak gebruik van een intelligentietest wanneer dit de ouders zekerheid kan bieden.
- Sta ervoor open dat ouders soms meer weten over een ontwikkelingsvoorsprong dan de onderwijzer.
- Houd ouders op de hoogte over de ondernomen stappen.
- Betrek de kleuter in de gesprekken met ouders wanneer twijfels blijven aanhouden.
- Ouders betrekken bij het opstarten van een nieuw programma voor kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong.
Situatie 2: De kleuteronderwijzer vermoedt dat de kleuter een ontwikkelingsvoorsprong heeft.
In sommige gevallen kan deze situatie ook omgekeerd ontstaan. De kleuteronderwijzer heeft een vermoeden van een ontwikkelingsvoorsprong, maar niet alle ouders (h)erkennen dit. Ook ouders kunnen dit zien als een luxeprobleem. Ze moeten daarom geïnformeerd worden om misverstanden te vermijden.
Volgens Barendrecht (2005) ligt het ‘niet erkennen’ aan de vooroordelen die bij ouders leven. Ze zijn bang dat hun omgeving hen zal zien als hoogmoedig of pusherig ten opzichte van hun kind. Veel ouders willen een ‘gewoon’ kind, en daarom geen andere aanpak op school. Daarom is het belangrijk om de ouders te informeren over de problematiek die hieraan vast hangt. Zo kan de onderwijzers bijvoorbeeld vertellen wat er gebeurt wanneer een kleuter niet uitgedaagd wordt.
De beste oplossing hiervoor is de ouders samen roepen voor een oudercontact. Daarin leg je als onderwijzer uit vanwaar het vermoeden komt, en welke uitingen de kleuter vertoont in de klas. Verschillende anekdotes kunnen er misschien voor zorgen dat de ouders daar toch bepaald gedrag in herkennen. De Ruddere (2017) geeft in haar interview nog een ander voorbeeld om ouders te laten inzien dat het weldegelijk gaat om een ontwikkelingsvoorsprong:
‘’Allebei een observatielijst invullen en achteraf bekijken, kan heel interessant zijn. De ouders hebben dan informatie voor de leerkracht en omgekeerd. Ze kunnen dan iets te weten komen over het kind, of opvallende dingen zien die zowel thuis als op school gebeuren.’’ (De Ruddere, 2017)
Bronnen:
Barendrecht, J. (2005). De school als scherprechter. Geraadpleegd op 13 mei 2017 via https://www.slimpuls.nl/de-school-als-scherprechter
De Ruddere, E. (2017, 12 mei). (Zorgleerkracht kangoeroeklas). (een ontwikkelingsvoorsprong). Persoonlijke communicatie [interview]. Gemeentelijke basisschool, Oostduinkerke.
Nieuwetijdskind (z.j.). Omgaan met ouders van hoogbegaafde leerlingen. Geraadpleegd op 13 mei 2017 via https://www.nieuwetijdskind.com/omgaan-met-ouders-van-hoogbegaafde-leerlingen/