1. Faalangst
Kieboom (2015) vermeldt in haar boek ook dat een duidelijke omkadering van elke opdracht zeer belangrijk is voor kinderen met faalangst. Bij de opdracht ‘teken een olifant’ is het voor een gewone kleuter voldoende wanneer je zegt: ‘’Teken de olifant zo echt mogelijk, en kleur binnen de lijnen.’’ Voor een kleuter met een ontwikkelingsvoorsprong kan deze korte uitleg voor verwarring zorgen, zeker wanneer hij de juiste tint grijs niet vindt tussen de potloden. Dan is de volgende uitleg beter: ‘’De olifant zal natuurlijk niet zo echt zijn als op een foto, maar dat is ook niet de bedoeling. Je vind ook het juiste grijs niet, maar dat is niet erg, met dat grijs lijkt de olifant ook echt.’’ De kleuter zal met meer zekerheid aan de opdracht beginnen en gemotiveerd zijn om deze af te maken. Voor Lou (zie Erkennen) zou deze aanpak van groot belang zijn, aangezien hij regelmatig last krijgt van faalangst.
2. Rechtvaardigheidsgevoel
3. Gevoelig
4. Kritische ingesteldheid
‘’Kaatje (3) vindt het maar vreemd dat juf haar jas niet aantrekt voor de speelpauze buiten terwijl alle kleuters wel hun jas moeten aantrekken. De juf legt uit dat zij niet echt mee naar buiten gaat, maar in de klas blijft om nog wat op te ruimen. ‘Maar morgen, als ik wel mee met jullie naar buiten ga, trek ik mijn jas zeker aan.’ Kaatje heeft voorlopig vrede met het antwoord van de juf, maar checkt de volgende dag voor alle zekerheid of de juf inderdaad net als zij haar jas aanheeft.’’ (Kieboom, 2015)
‘’Warre (9) vraagt meteen de eerste schooldag al of ze ook over dino’s zullen leren. ‘Wat vraag jij nu?’ antwoordt de juf, die net bezig is met het uitdelen van de nieuwe schriften. ‘De eerste schooldag gaan we echt nog niet over dino’s praten hoor! En het zal van de interesse van de andere leerlingen afhangen of we het erover zullen hebben.’ ’s Middags komt Warre teleurgesteld thuis. Hij vindt zijn nieuwe juf helemaal niet leuk.’’ (Kieboom, 2015)
5. Intelligent
Met de hoge intelligentie kan op verschillende manieren omgegaan worden. Een goede differentiatie, de kangoeroeklas, versnellen en specifieke materialen kunnen hierbij helpen.
Om deze eigenschappen te herkennen, zijn tips te vinden op deze pagina: Primaire en secundaire eigenschappen
Bronnen:
Drent, S. & van Gerven, E. (2012). Passend onderwijs voor begaafde leerlingen. Assen: Van Gorcum.
Kieboom, T. (2015). Hoogbegaafd: Als je kind (g)een einstein is. Tielt: Lannoo.
van Nijnatten, L. (2015). Filosoferen met hoogbegaafde kinderen. Gifted248. Geraadpleegd op 26 april 2017 via http://www.edu-en-ik.nl/publicaties/hoogbegaafdheid/onderwijs/filosoferen-met-hoogbegaafde-kinderen/
van Nijnatten
- Eigen verwachtingen heel duidelijk maken naar de kleuter toe.
- Wanneer een kleuter ontevredenheid toont: begrip tonen voor die ontevredenheid, maar ook eigen tevredenheid tonen.
- Ik-boodschappen gebruiken.
- Uitgebreide reflectiemomenten voorzien.
- Door de kleuter zelf te laten verwoorden wat hij deed, hoe hij het deed, waarom,... krijgt hij inzicht in zijn succes en falen. (Drent & van Gerven, 2012)
Kieboom (2015) vermeldt in haar boek ook dat een duidelijke omkadering van elke opdracht zeer belangrijk is voor kinderen met faalangst. Bij de opdracht ‘teken een olifant’ is het voor een gewone kleuter voldoende wanneer je zegt: ‘’Teken de olifant zo echt mogelijk, en kleur binnen de lijnen.’’ Voor een kleuter met een ontwikkelingsvoorsprong kan deze korte uitleg voor verwarring zorgen, zeker wanneer hij de juiste tint grijs niet vindt tussen de potloden. Dan is de volgende uitleg beter: ‘’De olifant zal natuurlijk niet zo echt zijn als op een foto, maar dat is ook niet de bedoeling. Je vind ook het juiste grijs niet, maar dat is niet erg, met dat grijs lijkt de olifant ook echt.’’ De kleuter zal met meer zekerheid aan de opdracht beginnen en gemotiveerd zijn om deze af te maken. Voor Lou (zie Erkennen) zou deze aanpak van groot belang zijn, aangezien hij regelmatig last krijgt van faalangst.
2. Rechtvaardigheidsgevoel
- Zelf afspraken en beloftes nakomen.
- Eigen fouten toegeven.
- Filosofische sessie organiseren met de hele klas. (handige website over filosoferen)
3. Gevoelig
- De bezorgdheid van de kleuter vermijden door hem op voorhand voldoende te informeren over wat er op het programma staat.
- De kleuter duidelijk maken dat je hem niet 'haat' wanneer hij iets verkeerds doet.
- De kleuter niets wijs maken wanneer je iets niet meent.
- Begrip tonen en de gevoelens van de kleuter erkennen.
4. Kritische ingesteldheid
- De kleuter moet leren om zijn mening op een goede en niet kwetsende manier te verwoorden.
- Wanneer de kleuter zichzelf te zwaar bekritiseert: complimenten geven en positief bevestigen.
‘’Kaatje (3) vindt het maar vreemd dat juf haar jas niet aantrekt voor de speelpauze buiten terwijl alle kleuters wel hun jas moeten aantrekken. De juf legt uit dat zij niet echt mee naar buiten gaat, maar in de klas blijft om nog wat op te ruimen. ‘Maar morgen, als ik wel mee met jullie naar buiten ga, trek ik mijn jas zeker aan.’ Kaatje heeft voorlopig vrede met het antwoord van de juf, maar checkt de volgende dag voor alle zekerheid of de juf inderdaad net als zij haar jas aanheeft.’’ (Kieboom, 2015)
‘’Warre (9) vraagt meteen de eerste schooldag al of ze ook over dino’s zullen leren. ‘Wat vraag jij nu?’ antwoordt de juf, die net bezig is met het uitdelen van de nieuwe schriften. ‘De eerste schooldag gaan we echt nog niet over dino’s praten hoor! En het zal van de interesse van de andere leerlingen afhangen of we het erover zullen hebben.’ ’s Middags komt Warre teleurgesteld thuis. Hij vindt zijn nieuwe juf helemaal niet leuk.’’ (Kieboom, 2015)
5. Intelligent
Met de hoge intelligentie kan op verschillende manieren omgegaan worden. Een goede differentiatie, de kangoeroeklas, versnellen en specifieke materialen kunnen hierbij helpen.
Om deze eigenschappen te herkennen, zijn tips te vinden op deze pagina: Primaire en secundaire eigenschappen
Bronnen:
Drent, S. & van Gerven, E. (2012). Passend onderwijs voor begaafde leerlingen. Assen: Van Gorcum.
Kieboom, T. (2015). Hoogbegaafd: Als je kind (g)een einstein is. Tielt: Lannoo.
van Nijnatten, L. (2015). Filosoferen met hoogbegaafde kinderen. Gifted248. Geraadpleegd op 26 april 2017 via http://www.edu-en-ik.nl/publicaties/hoogbegaafdheid/onderwijs/filosoferen-met-hoogbegaafde-kinderen/
van Nijnatten